Hoofdstuk 7

DutchEnglishFrenchGermanGreekItalianPortugueseSpanish

Hoofdstuk 7 - Jezus’ onderwijs over echtscheiding.

De evangelieverslagen van Jezus’ onderwijs over echtscheiding in Mattheüs 19 en Markus 10 geven het weer in een debat met de Farizeeën van de school van Hillel, want hun interpretaties hadden over het algemeen de overhand in of voorkeur van de joodse samenleving.

Jezus’ stellingname in het debat of dispuut vinden we terug in Matt. 5:32, 19:3-10 en Luk. 16:18. Deze zeer korte ‘samenvatting’ van Zijn antwoord vraagt om meer uitleg. (14) Vooral m.b.t. datgene wat niet gezegd is en waarom. Wat niet gezegd werd was namelijk voor Jezus’ toehoorders in die tijd overduidelijk, en die informatie was bij iedereen bekend. Trouwens, iets zo verkort weergeven is niet vreemd. We komen het in veel werken uit die tijd tegen en het werd vaak gedaan om oa. de volgende redenen;

a. het bespaarde kostbare perkamenten,

b. het was overbodige informatie want de lezers waren hiervan op de hoogte, en

c. men kon alleen datgene wat ‘anders’ was dan normaal, makkelijker onthouden en overdragen.

d. de eerste christen leefden onder vervolging, en indien ze moesten vluchten was hun grootste
    zorg om de met veel zorg en tijd overgeschreven perkamenten rollen van het Evangelie in
    veiligheid te brengen. Dus schreven ze ook alleen datgene op wat van belang was voor hun
    mede christenen om te lezen, en niet wat voor iedereen algemeen bekend en aanvaard was.

Laten we de verslagen eens bekijken, en beginnen met:

De vraag:

Mark. 10:2 “Er kwamen ook Farizeeën op Hem af. Ze vroegen Hem of een man zijn vrouw mag verstoten. Zo wilden ze Hem op de proef stellen.” (NBV)

Matt. 19:3 “Toen kwamen er Farizeeën op Hem af om hem op de proef te stellen. Ze vroegen: 'Mag een man zijn vrouw om willekeurig welke reden verstoten?’” (NBV)

Het belangrijkste verschil tussen het verslag in Markus en Mattheüs zit in de ‘extra’ vermelding “om willekeurig welke reden”, wat we terugvinden in Matt. 19:3.

In Jezus’ antwoordt corrigeert Hij eerst de gewoonte van polygamie, wat nog steeds toegestaan was voor de joden, en Hij geeft aan wat de oorspronkelijke monogame en levenslange staat van het huwelijksverbond was. (Matt. 19:4-6). (15) Met deze reactie nemen de Farizeeën echter geen genoegen, en stellen de vraag nogmaals: “'Waarom heeft Mozes dan voorgeschreven (geboden, HSV) haar een scheidingsbrief te geven en haar zo te verstoten?’” (NBV) Matt. 19:7, en grijpen hierbij terug op Deut. 24:1, de enige passage die hierover gaat.

De meeste bijbelcommentatoren gaan er vanuit dat Mattheüs de zin, “om willekeurige welke reden” (Matt. 19:3) en “tenzij er sprake was van een ongeoorloofde verbintenis” (Matt. 5:32 en Matt. 19:9) later heeft toegevoegd. Gezien de situatie beschreven in de vorige hoofdstukken was dit wel de reden van hun oorspronkelijke vraag. De Farizeeën wilden namelijk Jezus “op de proef stellen”. Door deze vraag, wetende dat de meerderheid van de Joden voor het echtscheiden op elke grond waren, volgens de school van Hillel, probeerden zij Jezus in de val te lokken. Dat Mattheüs dit waarschijnlijk op de twee plaatsen (Matt. 5 en 19) heeft toegevoegd, heeft te maken met het begrijpen van de vraag die Jezus gesteld krijgt. Mattheüs was zich ervan bewust dat niet al zijn lezers zouden begrijpen waarom deze vraag om Jezus op de proef te stellen gesteld werd, en dat de vraag een ‘zinloze’ zou zijn, indien de lezers niet op de hoogte waren van het geschil tussen de Hillel en Shamai aanhangers. De vragenstellers zouden namelijk dan een vraag stellen, waar iedereen hetzelfde op zouden reageren, inclusief Jezus, indien er geen ‘conflict’ hierover bestond, waarop zij Jezus op de proef wilden stellen.

In Zijn antwoord hierop zegt Jezus eerst in vers 8: “Omdat u harteloos en koppig bent, daarom heeft Mozes u toegestaan uw vrouw te verstoten. Maar dat is niet vanaf het begin zo geweest.”

Hier geeft Jezus eerst de reden namelijk de hartloosheid en koppigheid van de Joden, iets wat we eigenlijk door de eeuwen heen lezen in het OT. Daarna corrigeert Jezus het feit dat echtscheiden niet een ‘gebod’ of ‘voorschrift’ is zoals de Farizeeën zeggen, maar dat het ‘toegestaan’ is en niet verplicht, zoals het bij de Joden in die tijd wel was. Deze verplichting om te scheiden waaraan de Joden vasthielden, maakte het namelijk onmogelijk voor de onschuldige partij om de schuldige te vergeven (na berouw) en zo het huwelijk in stand te houden. Jezus maakt hier duidelijk dat vergeving en het in stand houden van het huwelijksverbond belangrijk is. En dat als de schuldige partij berouw heeft (en de zondige praktijk achterwege laat) en de onschuldige partij vergeving wil schenken, dat dit mogelijk moet zijn en zelfs wenselijk is! (16)

Jezus beantwoordt de vraag.

Mark. 10:10-12

“In huis stelden de leerlingen Hem hier weer vragen over. Hij zei tegen hen: 'Wie zijn vrouw verstoot en met een ander trouwt, pleegt overspel; en als zij haar man verstoot en met een ander trouwt, pleegt zij overspel.’”

Matt. 19:3

“Ik zeg u: wie zijn vrouw verstoot en met een ander trouwt, pleegt overspel, tenzij er sprake was van een ongeoorloofde verbintenis.’” 

Luk. 16:18

“Wie zijn vrouw verstoot en met een ander trouwt, pleegt overspel, en ook wie trouwt met een vrouw die door haar man is verstoten, pleegt overspel.”

Matt. 5:31,32

“Er werd gezegd: "Wie zijn vrouw verstoot, moet haar een scheidingsbrief meegeven." En Ik zeg jullie: “Ieder die zijn vrouw verstoot, drijft haar tot overspel - tenzij er sprake was van een ongeoorloofde verbintenis; en ook wie trouwt met een verstoten vrouw, pleegt overspel.””

De interpretaties van deze verschillende passages variëren nogal. Grotendeels kan men dit toeschrijven aan het ‘inkorten’ van de informatie voor de al eerder genoemde redenen. Om toch even in te gaan op dit ‘inkorten’ en dus ‘weglaten’ van informatie die voor de toehoorders automatisch zou worden toegevoegd, twee illustraties:

Een hedendaags voorbeeld:

Je bent bij een bijeenkomst (kerk of iets anders) en de spreker zegt dat er tijdens de pauze op de tafels achter in de zaal koffie en thee staat dat je zelf daar kunt inschenken.

Nu drink bijvoorbeeld je koffie met melk en suiker, en dat staat ook op de tafel en pak je gewoon, toch? Maar er werd door de spreker niet expliciet gezegd dat je dat ook mag pakken! En misschien ligt er ook wel een koekje of een plak cake bij. Pak je die ook? Natuurlijk doe je dat, want je weet dat, ondanks dat dit niet uitdrukkelijk gezegd is, het de gewoonste zaak van de wereld is. Deze informatie werd niet gegeven omdat de spreker ervan uit gaat dat de toehoorders weten dat het ook toegestaan is om dit te pakken. Stel dat wat de spreker zegt werd opgeschreven, en wij lezen dit zeg 2000 jaar later en hebben deze gewoonte om koffie te drinken (of koffie maar dan nooit meer met suiker en/of melk) niet meer, wat concluderen we dan? Waarschijnlijk komt het niet eens bij ons op dat er melk en suiker (+ koek en cake) bij gelegen heeft, en dat het de gewoonste zaak van de wereld was dat deze gepakt kon worden.

Zo waren wij eens als Nederlanders op een Duitse bruiloft, en er stond een grote tafel met wel zes soorten zelfgebakken taarten, zoals alleen de Duitse zusters dat kunnen. En we werden uitgenodigd om daar gebruik van te maken. Wij gingen erheen met ons schoteltje en vorkje, en kozen van één taart een stukje uit. Naast ons kwam een Duitser staan die zijn bordje vulde met vijf verschillende stukken taart. Toen we hierna vroegen, zei hij dat dit de gewoonte was, om op je bordje te doen wat je wilde. Dus paste wij ons natuurlijk aan …

In beide illustratie’s wordt niet alle ‘informatie’ gegeven door degene die de uitnodiging doet, maar vullen we zelf de vanzelfsprekende en logische informatie aan. In de tweede illustratie bemerken we dat als we ook niet de culturele en maatschappelijke gewoonten kennen, we tot een andere invulling komen van de ‘missende’ of niet gegeven informatie. 

Zo is het ook met de ingekorte versies uit de verschillende Evangeliën van het antwoord wat Jezus gaf. Zoals we in de vorige hoofdstukken zagen, was echtscheiden en her-trouwen iets wat al decennia lang plaatsvond onder de Joden, want dat was de expliciete functie en reden van het verstrekken van het echtscheidingscertificaat. 

Waar het hier in het debat/dispuut en het op de proef stellen van Jezus om ging, waren de voorwaarden. Op welke rechtmatige gronden mochten mannen echtscheiden en her-trouwen, zonder zich schuldig te maken aan “een ongeoorloofde verbintenis - (Gr. porneia)”.

(14)  Zie voor het waarom: hoofdstuk 6 - “Jesus’ Teaching” uit“Divorce and Remarriage in the Bible” - David Instone-Brewer voor uitgebreide informatie en bronvermeldingen.
(15)  Voor een uitgebreidere discussie en bewijsvoering over Polygamie in de context van Jezus antwoord vinden we terug in: “Divorce and Remarriage in the Bible - D. Instone-Brewer blz 136-141
(16)  Zie hiervoor ook oa. Jezus onderwijs over vergeven in Luk. 17:3,4 en Matt. 6:12,14,15.

© OTR 2023