Lichaam, ziel, (menselijke) geest of Heilige Geest?
Hoe de eerste christenen de mens als geheel bezagen.
Het komt in het kort op het volgende neer. Ze geloofden dat de mens uit drie ‘componenten’ bestaat:
- de geest
- de ziel
- het vlees.
De geest is het deel van God dat nog steeds in de gevallen mens aanwezig is. Dat deel wil nog steeds het goede doen. Daardoor hebben zelfs wij, als gevallen mensen, een geweten. Het is het deel van ons dat het meest verwant is met God en de Heilige Geest. Het vlees daarentegen wordt aangetrokken door het kwaad, vanwege de Zondeval. Het wil vooral wat fijn is voor het vlees. Het heeft de neiging om te doen wat het plezierig vindt. Hoe zit het dan met de ziel? De ziel zit ertussen in. De ziel kan kiezen: wil ik geleid worden door de geest? Of wil ik geleid worden door het vlees? Het heeft de vrije wil om te kiezen. De ziel kan de geest volgen. Of de ziel kan ervoor kiezen om in opstand te komen tegen God en zich te verbinden met het gevallen vlees. Daardoor is er een oorlog gaande in de mens, en zeker in mensen die God willen volgen. De geest en het vlees voeren oorlog om de macht over de ziel te krijgen. Hoe wij ons als persoon ontwikkelen, heeft alles te maken met wie de sterkste is: de geest of het vlees. Of beter gezegd: Wie van de twee ‘voeden’ we!
Vandaag de dag zijn er weinig christenen die dit onderscheid kennen. De meesten van ons denken dat we uit twee delen bestaan, namelijk alleen lichaam en ziel.
Hier zijn enkele representatieve citaten van de eerste christenen:
“We onderscheiden naast het vlees nog twee zaken. De ene is de ziel, maar de ander is groter dan de ziel. Het is een beeld en afbeelding van God. Beide bestonden in de oorspronkelijke mens. Dus aan de ene kant was de oorspronkelijke mens vlees, maar aan de andere kant was hij superieur aan het vlees.” (Tatianus 160 AD, 2.70).
“Wat was zijn bedoeling als hij bad dat deze drie – ziel, lichaam en geest – bewaard mochten blijven als de Heer zou komen? Het betekent dat hij zich bewust was van de reintegratie en vereniging van de drie.” (Irenaeus 180 AD, 1.532).
“De complete mens bestaat uit vlees, ziel en geest. Eén van deze drie bewaart en vormt de mens, namelijk de geest. Die is verbonden ook naar de vorm met het vlees. Tussen deze beide is de ziel. De ziel verheft zich als zij de geest volgt. Maar soms volgt de ziel het vlees en dan vervalt ze tot vleselijke lusten.” (Irenaeus, 180 AD, 1.534).
Er is één uitzondering op deze visie van de menselijke aard en dat was Tertullianus. Hij geloofde dat ziel en geest hetzelfde waren. Voor zover bekend, was hij de enige uitzondering. Maar Tertullianus was het helemaal eens met de eerste christenen over de goddelijke oorsprong van de geest, over de wens van de geest om het goede te doen en over de onophoudelijke strijd tussen de geest en het vlees. Terwijl de andere eerste christenen zeiden dat de geest en het vlees streden om de macht over de ziel, schreef Tertullianus dat ze streden om de macht over de persoon. Dus uiteindelijk is er weinig verschil tussen wat Tertullianus leerde en de andere eerste christenen.
De drievoudige visie op de mens in het Nieuwe Testament
Als je de uitleg wilt weten van de eerste christenen over een onderwerp, hoef je maar de volgende twee dingen te doen:
- Zoek alle passages over dat onderwerp op in het Nieuwe Testament.
- Neem die passages serieus en neem ze letterlijk daar waar niet duidelijk is dat er gesproken wordt over een gelijkenis etc.
Maar nu lijkt wat we net bespraken, daar tegenin te gaan. Als je in het Nieuwe Testament alle passages over vlees (lichaam), geest en ziel opzoekt, dan kom je waarschijnlijk niet tot dezelfde conclusie als de eerste christenen. Hoe komt dat?
Welnu, dat komt doordat dit onderscheid in onze Bijbelvertalingen niet goed tot zijn recht komt. Het wordt door een grammaticale ‘fout’ aan ons gezichtsveld onttrokken. Wat is er namelijk gebeurd? Het woord geest, in de betekenis van de menselijke geest, wordt op veel plaatsen met een hoofdletter weergegeven tw. Geest, een zelfstandig naamwoord waardoor het naar Gods Geest gaat verwijzen. En dat is nogal een betekenisverandering.
Het Nieuwe Testament is echter geschreven in alleen maar hoofdletters. Er was dus geen onderscheid tussen een kleine letter en hoofdletter, want alles stond in hoofdletters. Dat betekent dat theologische vooroordelen de vertaling kunnen kleuren en dat is er dus gebeurd. Voor de goede orde hadden de vertalers de lezer moeten waarschuwen dat het op vele plekken niet duidelijk is of GEEST in het Grieks, verwijst naar de menselijke geest of naar God’s Geest (of dat beide mogelijk zijn).
Gelukkig zijn er zeker twee verzen in het NT waar de vertalers er niet onder uit konden om een onderscheid tussen lichaam, geest en ziel weer te geven. De eerste staat in 1 Thess. 5:23, waar staat:
“En moge de God van de vrede Zelf u geheel en al heiligen, en mogen uw geheel oprechte geest, de ziel en het lichaam onberispelijk bewaard worden bij de komst van onze Heere Jezus Christus.”
Hier is het onweerlegbaar dat Paulus de natuur van de mens weergeeft; lichaam, geest en ziel. Maar dit vers staat op zichzelf doordat op de meeste andere plekken geest abusievelijk met een hoofdletter wordt geschreven. De tweede onweerlegbare passage lezen we in Heb 4:12:
“Want het Woord van God is levend en krachtig en scherper dan enig tweesnijdend zwaard, en het dringt door tot op de scheiding van ziel en geest, van gewrichten en merg, en het oordeelt de overleggingen en gedachten van het hart.”
Hier maakt Paulus eveneens een onderscheid tussen de menselijke geest en de menselijke ziel. Afgezien van bovengenoemde twee verzen kan iemand het hele NT lezen en er nooit achter komen dat er een onderscheid is tussen de menselijke geest en de menselijke ziel.
Nu baseren de eerste christenen zich zelden op slechts een of twee schriftpassages voor hun geloofsovertuigingen. Dat is in dit geval ook zo. Hier enkele andere passages waar de eerste christenen zich, niet misleid door een vertaling, op baseerden. Daarbij moet je dus de switch maken van hoofdletter ‘G’ naar kleine letter ‘g’, als het om het woord geest gaat. Lees de Schrift nu eens door de ogen van de eerste christenen zoals bijvoorbeeld Origenes of Irenaeus.
De eerste passage is Galaten 5:16-17:
“Maar ik zeg: Wandel door de geest en u zult zeker de begeerte van het vlees niet volbrengen. Want het vlees begeert tegen de geest in, en de geest tegen het vlees in; en die staan tegenover elkaar, zodat u niet doet wat u zou willen.”
In de meeste Bijbels lezen we hier geest met een hoofdletter. Dus lezen we dan dat ons vlees en de Heilige Geest strijd met elkaar voeren. Dat is een mogelijke interpretatie, maar het is niet hoe de eerste christenen deze passage begrepen. In hun interpretatie is het onze menselijke geest en ons menselijk vlees die met elkaar strijden. De één wil het goede doen, en de ander wil zijn eigen vleselijke wil doen. Deze passage maakt duidelijk dat de eerste christenen het menselijk bestaan zagen als een oorlog tussen onze, van God gekregen geest, en ons gevallen vlees. Maar dan moet je geest wel met een kleine letter lezen.
Paulus gaat verder in vers 18:
“Als u echter door de Geest geleid wordt, bent u niet onder de [Mozaïsche] Wet.”
Dus als onze ziel zich met de hulp van Christus laat leiden door de geest, dan staan we niet langer onder de Wet van Mozes. De Wet was bedoeld voor degenen die zich niet door de geest lieten leiden. De Wet is voor degenen die hun ziel partij laten kiezen voor het vlees. Paulus gaat verder met een beschrijving van de werken van het vlees in Galaten 5:19-21:
“Het is bekend wat de werken van het vlees zijn, namelijk overspel, hoererij, onreinheid, losbandigheid, afgoderij, toverij, vijandschappen, ruzie, afgunst, woede-uitbarstingen, egoïsme, onenigheid, afwijkingen in de leer, jaloersheid, moord, dronkenschap, zwelgpartijen, en dergelijke; waarvan ik u voorzeg, zoals ik ook al eerder gezegd heb, dat wie zulke dingen doen, het Koninkrijk van God niet zullen beërven.”
Dus als we ons door het vlees laten leiden, als de ziel voor het vlees kiest, dan zal dat blijken uit de vrucht die we voortbrengen. Maar wat gebeurt er als de ziel kiest voor de geest? Wat voor vrucht brengen we dan voort?
Paulus zegt verder in Galaten 5:22-25:
“De vrucht van de geest is echter: liefde, blijdschap, vrede, geduld, vriendelijkheid, goedheid, geloof, zachtmoedigheid, zelfbeheersing. Daartegen richt de Wet zich niet. Maar wie van Christus zijn, hebben het vlees met zijn hartstochten en begeerten gekruisigd. Als wij door de geest leven, laten wij dan ook door de geest wandelen.”
Waarschijnlijk heb je deze passage vaak gelezen en met het idee dat het de vrucht van de Heilige Geest is. Het is een groot verschil of het de vrucht van de menselijke geest of van de Heilige Geest is. Maar hoe weten we dat Paulus de menselijke geest bedoelt? Eigenlijk weten we dat niet zeker. Maar wie zou het beter weten: De christenen uit de 2e eeuw die Grieks spraken en lazen? Of de hervormers uit de 16e eeuw die zich met vertalingen moesten behelpen (en theologisch bevooroordeeld / misleid waren)? Natuurlijk zijn de eerste christenen niet onfeilbaar, maar hun mening zou van groot belang moeten zijn voor ons, terwijl ze nu grotendeels genegeerd worden.
De uitleg van de eerste christenen over de geest en vlees klopt met wat Jezus de apostelen leert in de tuin van Gethsemane (Mattheus 26:41):
“Waak en bid, opdat u niet in verzoeking komt;
de geest is wel gewillig, maar het vlees is zwak.”
Misschien heb je dit vers vaak gelezen. Maar begrijp je het belang van wat Jezus zegt? Het wordt duidelijk als je Tertullianus leest:
“We lezen dat ‘het vlees zwak is’, en daar sussen we ons geweten soms mee. Maar we lezen ook dat ‘de geest sterk is’. Want beide uitdrukkingen komen in dezelfde zin voor. Vlees is van de aarde. Geest is uit de hemel. Waarom zoeken we dan zo graag een verontschuldiging voor onszelf? Waarom hebben we het altijd over het zwakke deel van ons? Kunnen we niet beter naar het sterke deel kijken? Waarom zou niet het aardse moeten wijken voor het hemelse? De geest is sterker dan het vlees want het is van een nobeler komaf, dus het is onze eigen schuld als we de zwakste volgen.” ANF V4.41.
Het duurt even voor je eraan went dat sommige passages beter geest met een kleine g geschreven kunnen worden. Maar het brengt wel helderheid in een aantal problematische zaken.
- Het verklaart waarom mensen als Job, Zacharias en Elisabeth, die niet wedergeboren waren, toch een leven konden leiden die God welgevallig was. Hun ziel liet zich namelijk leiden door hun geest. Daardoor konden ze onberispelijk leven en wandelen in gehoorzaamheid aan God.
- Het verklaart ook waarom wedergeboren christenen vaak de vrucht van het vlees voortbrengen. Wedergeboorte is geen garantie dat we ons laten leiden door de geest en de Heilige Geest. We moeten onszelf nog steeds discipline bijbrengen om een gehoorzame relatie in liefde en vertrouwen met Christus in stand te houden.
Daarom zegt Paulus (1 Kor 9:27):
“Maar ik oefen mijn lichaam op harde wijze en maak het dienstbaar, opdat ik niet, na anderen gepredikt te hebben, zelf verwerpelijk word.”
Als Paulus dat al moest doen, dan wij zeker! - Als christenen de vrucht van het vlees kunnen voortbrengen, dan hoeft het ons niet te verbazen dat ook niet-christenen de vrucht van de geest kunnen voortbrengen. Zij hebben namelijk nog steeds het goddelijke element en de stem van het geweten in zich. Daarom hebben we allemaal wel eens niet-christenen ontmoet die liefde, vreugde, vrede, zachtmoedigheid, vriendelijkheid, zelfbeheersing of andere vruchten van de geest voortbrengen.
Geest en wedergeboorte
De geest die we van God hebben gekregen, geeft ons het vermogen om de vrucht van de geest voort te brengen, zelfs als we niet zijn wedergeboren. Het verklaart waarom de meeste mensen niet stelen, zelfs niet als ze daartoe een makkelijke gelegenheid zouden hebben. Door de geest in ons zijn de meeste mensen vreedzame burgers die geen wetten overtreden. Daarom mogen we ook verwachten dat onze kinderen, zelfs voor ze zijn wedergeboren, vreedzaam en goed zijn, dat ze zelfbeheersing hebben, dat ze van hun ouders en andere familie houden. Als alleen wedergeboren mensen dit konden, dan hadden we niet het recht dit van onze kinderen te verwachten. Nee, onze kinderen kunnen de vrucht van de geest voortbrengen omdat het de vrucht van onze eigen geest is als we die ons leven laten beheersen. Het is de goddelijke getuige in elk van ons. Daarom ook kan Paulus in Romeinen 2:14-16 zeggen:
“Want wanneer heidenen, die de Wet niet hebben, van nature doen wat de Wet zegt, zijn zij, hoewel zij de Wet niet hebben, zichzelf tot wet. Zij tonen dat het werk van de Wet geschreven is in hun hart. Daar getuigt ook hun geweten van, en hun gedachten onderling beschuldigen of ook verontschuldigen elkaar. Zo zal het gaan op de dag wanneer God de verborgen dingen van de mensen zal oordelen door Jezus Christus, overeenkomstig mijn Evangelie.”
Dit kan allemaal omdat hun ziel zich laten leiden door hun geest. Een voorbeeld hiervan is Cornelius. Hij was een vrome man van gebed die onzelfzuchtig veel aan de armen gaf. Maar dat was niet genoeg om hem te redden. Hij moest nog steeds het goede nieuws van het evangelie van Christus horen en erin geloven. Toen Cornelius en zijn huishouding het evangelie aannamen, kregen ze de doop met de Heilige Geest en werden ze gedoopt in water.
Voor onze redding zijn we afhankelijk van het offer van Christus en van God’s genade, ongeacht hoe goed of slecht we zijn. De eerste christenen geloofden niet dat iemand zichzelf kon redden. Ze wisten dat ze gewassen moesten worden in het bloed van het Lam. Ze wisten dat er zonder Gods genade geen redding zou zijn. Maar ze geloofden niet in de absolute zondigheid van de mens of predestinatie. Ze erkenden dat wij als gevallen mensen nog steeds een geest hebben, die elke mens een geweten verschaft en een innerlijke getuige is die oproept tot goddelijk gedrag. De eerste christelijke visie houdt rekening met wat het geheel van het Oude en het Nieuwe Testament zegt over de toestand van de mens. Mensen zoals Job kunnen rechtvaardig zijn zonder te zijn wedergeboren.
Andere passages over geest / Geest
Bestudeer het woord geest (of Geest) in het NT goed om vast te stellen of het met een hoofdletter moet worden geschreven of met een kleine letter. Natuurlijk moet het met een hoofdletter als er “Heilige’ voor staat, want dan weten we zeker dat het niet over de menselijke geest gaat. Maar op veel plekken is het gewoonweg niet duidelijk of het over de Heilige Geest gaat of over de menselijke geest.
Laten we dus enkele passages beoordelen met de blik van de eerste christen.
“Dwaal niet: God laat niet met Zich spotten, want wat de mens zaait, zal hij ook oogsten. Want wie in zijn eigen vlees zaait, zal uit het vlees verderf oogsten; maar wie in de geest zaait, zal uit de geest het eeuwige leven oogsten” (Galaten 6:7-8).
“U bent immers duur gekocht. Verheerlijk daarom God in uw lichaam en in uw geest, die van God zijn.” (1 Korinthe 6:20)
“Dus is er nu geen verdoemenis voor hen die in Christus Jezus zijn, die niet naar het vlees wandelen, maar naar de geest. Want de wet van de geest van het leven in Christus Jezus heeft mij vrijgemaakt van de Wet van de zonde en van de dood.“ (Romeinen 8:1-2)
“Opdat de rechtvaardige eis van de Wet vervuld zou worden in ons, die niet naar het vlees wandelen, maar naar de geest. Immers, zij die naar het vlees zijn, bedenken de dingen van het vlees, maar zij die naar de geest zijn, de dingen van de geest.” (Romeinen 8:4-5)
“Want het denken van het vlees is de dood, maar het denken van de geest is leven en vrede. Immers, het denken van het vlees is vijandschap tegen God. Het onderwerpt zich namelijk niet aan de Wet van God, want het kan dat ook niet.” (Romeinen 8:6-7)
Een andere Bijbelvertaling, de Nederlandse NBV, heeft in die laatste passage: “Wat onze eigen natuur wil, brengt de dood, maar wat de Geest wil, brengt leven en vrede.” De NBV maakt beter duidelijk dan de HSV, dat veel afhangt van onze eigen natuur, die kan luisteren naar de vrije wil van de ziel. Helaas heeft de NBV ook weer een hoofdletter op Geest, zoals haast alle vertalingen van tegenwoordig. Daarom zijn we blind geworden voor de strijd tussen ons vlees en onze geest.
“Wat is dan het gevolg van de wedergeboorte voor ons?” Dat is een hele goede vraag. Paulus beschrijft dat in Romeinen 8:8-10.
“En zij die in het vlees zijn, kunnen God niet behagen. Maar u bent niet in het vlees, maar in de Geest, wanneer althans de Geest van God in u woont. Maar als iemand de Geest van Christus niet heeft, die is niet van Hem. Als Christus echter in u is, dan is het lichaam wel dood vanwege de zonde, maar de geest is leven vanwege de gerechtigheid.”
Dus de wedergeboorte heeft als gevolg dat de Heilige Geest in ons gaat wonen. Nu hebben we niet alleen onze menselijke geest om ons vlees en wereld te weerstaan, maar ook de Heilige Geest tot onze beschikking. Dat geeft ons veel meer kracht dan we eerst hadden. Daar komt bij dat onze vroegere zonden (die van voor de wedergeboorte) ons door de wedergeboorte zijn vergeven en dat we op een andere voet met God zijn komen te staan, doordat het bloed van Jezus ons reinigt van zonde. Dus de leer van de natuur van de mens, met lichaam, ziel en geest, doet niets af aan het feit dat we opnieuw geboren moeten worden.
Verder hebben we nog twee belangrijke passages over de geest.
“Welnu, broeders, wij zijn aan het vlees niet verplicht om naar het vlees te leven. Want als u naar het vlees leeft, zult u sterven. Als u echter door de geest de daden van het lichaam doodt, zult u leven.” (Romeinen 8: 12-13)
“Immers, zovelen als er door de Geest van God geleid worden, die zijn kinderen van God. … De Geest Zelf getuigt met onze geest dat wij kinderen van God zijn.” (Romeinen 8: 14,16)
Het laatste vers is belangrijk omdat het uitlegt hoe het werkt voor een wedergeboren Christen. De Heilige Geest werkt samen met onze menselijke geest en getuigt voor onze geest dat we kinderen van God zijn. Natuurlijk krijgt onze geest niet zo’n getuigenis van de Heilige Geest, als onze ziel zich laat leiden door het vlees in plaats van door de geest.
Tot besluit
Maar de vraag waar het tevens om gaat is de volgende:
“Als dit is wat de eerste christenen geloofden, waarom geloven wij het nu dan niet?”
Welke redenen hebben we om ons geloof aan te passen welke ons is overgeleverd en dat door de Schrift zo goed ondersteund wordt? Als we de visie van de eerste christenen naast ons neer leggen, moeten we daar goede redenen voor hebben. Zo niet, dan zouden we zo nederig moeten zijn en willen leren van degenen die in dezelfde tijd als de apostelen leefden en die het NT voor ons hebben bewaard en overgeschreven.